Wilt u een tankinstallatie reinigen of een tanksanering uitvoeren? Dan meldt u dit via het Omgevingsloket. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) behandelt uw melding.
Als u een ondergrondse tank heeft voor de opslag van brandstof of olie, betekent dit dat u moet voldoen aan de regels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Deze regels gelden voor particulieren en bedrijven.
Bij een tanksanering moet u meestal de tank helemaal verwijderen. Dit geldt voor in gebruik zijnde tanks waarvan het gebruik beëindigd wordt of voor oude tanks die nog niet zijn gesaneerd. Als u gaat graven voor werkzaamheden aan tanks moet de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem bekend zijn.
Voordat u een ondergrondse tank gaat verwijderen moet een bodemonderzoek conform NEN 5740 plaatsvinden om vast te stellen of door het gebruik van de opslagtank geen bodemverontreiniging is ontstaan. Het bodemonderzoek moet door een erkend bedrijf worden uitgevoerd op grond van het Besluit Bodemkwaliteit.
In sommige gevallen kan de OD NZKG aanvullende eisen stellen. Bijvoorbeeld als sprake is van ernstige bodemverontreiniging of als het bodemonderzoek niet volgens de richtlijnen is uitgevoerd. Als de bodem sterk verontreinigd is moet de bodemsanering worden uitgevoerd door bedrijven die beschikken over een Ministeriële Erkenning op grond van het Besluit Bodemkwaliteit.
U doet de melding uiterlijk 10 dagen voor de start van de werkzaamheden. De melding bevat de volgende gegevens:
Binnen drie maanden na afronding van de werkzaamheden stuurt u de reinigingscertificaten naar de OD NZKG.
Binnen 7 dagen moet de tanksaneerder met het bevoegd gezag hebben afgestemd over de te nemen maatregelen. Een verslag hiervan moet tijdens de tanksanering op de betreffende locatie beschikbaar zijn.
Via het Omgevingsloket kunt u aangeven of u een installatie en/of milieubelastende activiteit (mba) als een afzonderlijke mba in werking heeft of dat u een particulier bent die milieubelastende activiteiten uitvoert waarop het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) van toepassing is.
De inspectie moet volgens de Regeling bodemkwaliteit plaatsvinden zoals vermeld in de AS 6800 Controle en keuring tank (opslag)installaties. De erkenningen worden voor verschillende onderwerpen (per protocol) afgegeven. De erkende inspectie-instellingen (per protocol) staan in onderstaande tabel:
Kathodische bescherming | Protocol 6801 | Klik hier voor de erkende instellingen |
Sludge controle | Protocol 6802 | Klik hier voor de erkende instellingen |
Aarding en potentiaal-vereffening | Protocol 6803 | Klik hier voor de erkende instellingen |
Herkeuringen | Protocol 6811 | Klik hier voor de erkende instellingen |
Voor een bovengrondse tank gelden andere regels. Daarvoor is geen bodemonderzoek nodig. Behalve als er aanwijzingen zijn dat de bodem door het gebruik van de tank is verontreinigd.
Deze BRL heeft betrekking op het reinigen van onder- en bovengrondse opslagtanks, inclusief de bijbehorende leidingen en eventuele appendages. Het toepassingsgebied gaat over opslagtanks waarin zich vaste, steekvaste, pasteuze of vloeibare stoffen bevinden of hebben bevonden. Opslagtanks die vallen onder het toepassingsgebied van deze BRL komen overeen met:
Voor het reinigen van tanks volgens BRL K905 geldt een meldingsplicht aan het bevoegd gezag van 4 werkdagen.
Voor de milieubelastende activiteit ‘Opslaan van propaan of propeen in opslagtanks’ gelden de regels uit hoofdstuk 4 van het Bal. Hierin staat vermeld welke gegevens u bij een melding moet aanleveren en welke inhoudelijke voorschriften gelden.