Bij bepaalde weersomstandigheden kun je meer geuroverlast ervaren, bijvoorbeeld als er sprake is van een inversielaag.
Een inversielaag ontstaat wanneer het ’s nachts sterk afkoelt en er overdag weinig wind is. Normaal stijgt warme lucht op en kunnen geuren en stoffen zich verspreiden. Als er sprake is van een inversielaag, ligt een warmere luchtlaag als een deken over een koudere luchtlaag. Dit zorgt ervoor dat de koude lucht niet kan opstijgen en geuren en stoffen dicht bij de grond blijven hangen. Dit kan leiden tot meer geuroverlast, ook al is er geen extra uitstoot van bedrijven.
Bij deze weersomstandigheden is lastig om te achterhalen waar de overlast vandaan komt, omdat de stoffen in de lucht zich met elkaar vermengen en zich niet verspreiden. Ook zijn de geuren over een grotere aftand waar te nemen.
De omgevingsdienst geeft in deze situatie een stankcode af aan bedrijven waarbij we vragen maatregelen te nemen om geuroverlast te verminderen.