Alle wegtunnels in Nederland moeten voldoen aan bepaalde regels op het gebied van tunnelveiligheid. Denk aan het aanbrengen van voorzieningen zoals extra vluchtdeuren, (betere) stuwdrukventilatoren om de tunnel bij brand zoveel mogelijk rookvrij te houden, brandmeldingsinstallaties en cameratoezicht.
In het Noordzeekanaalgebied moet een aantal bestaande tunnels hiervoor worden aangepast en ook nieuw te bouwen tunnels moeten aan deze regels voldoen.
De tunnelbeheerder (meestal de beheerder van de weg die door de tunnel loopt) heeft voor de renovatie een omgevingsvergunning nodig. Deze vergunning vraagt de beheerder aan bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG). Wij beoordelen de aanvraag namens het bevoegd gezag (dat is meestal de gemeente waardoor de tunnel loopt). Na het verlenen van de vergunning zien wij toe op de naleving ervan. Dit doen we door toezicht op uitvoering van de werkzaamheden.
Om een tunnel na een renovatie weer in gebruik te nemen is een openstellingsvergunning nodig. De tunnelbeheerder moet door een berekening aantonen dat de tunnel met alle genomen voorzieningen voldoet aan de wettelijke voorschriften. De OD NZKG kan hiermee beoordelen of het veiligheidsniveau is behaald.
Een aantal onlangs gerenoveerde tunnels zijn bijvoorbeeld: de Abdijtunnel (voor busverkeer), de Buitenvelderttunnel (voor buslijnen) en de diensttunnel (voor autoverkeer). De renovatie van de Piet Heintunnel start in 2021 en de Gaasperdammertunnel is in aanbouw.